Fioretti College Veghel

Bespreking proefwerk Lezen

Leer van je fouten
Bespreking proefwerk Lezen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leer van je fouten
Bespreking proefwerk Lezen

Slide 1 - Slide

TEKST 1

Slide 2 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Dennis Breitner en Moody Barzouhi
B
het zicht van een trucker
C
voor rijbewijs verplicht in vrachtwagen rijden
D
voorstel van BOVAG

Slide 3 - Quiz

Wat wordt er in alinea 5 opgesomd?
A
redenen waarom de minister positief heeft gereageerd
B
dat mensen meer begrip voor een trucker moeten krijgen
C
bovendien
D
dat mensen meer bewust moeten zijn van zicht trucker

Slide 4 - Quiz

Waarom hebben automobilisten vaak niet door hoeveel ruimte een VW nodig heeft om bocht te maken?
A
Omdat de trucker hen soms niet ziet.
B
Mensen kijken alleen naar voorkant/breedte vrachtwagen.
C
Ze hebben zelf nog nooit in een vrachtwagen gereden.
D
Zij weten niet wat het zicht van een trucker is, want ze zijn een auto gewend.

Slide 5 - Quiz

Wat is het verband tussen de eerste zin van al. 8 en de rest van de alinea?
A
de rest is een gevolg bij de eerste zin
B
de rest is een opsomming bij de eerste zin
C
de rest is een tegenstelling bij de eerste zin
D
de rest is een vb (toelichting) bij de eerste zin

Slide 6 - Quiz

Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte weer?
A
Iedereen die wil leren rijden zou verplicht een uur in een vw moeten rijden om bewust te worden van gevaar dat vw en ba vormen.
B
Iedereen die wil leren rijden zou verplicht een uur in een vw of ba moeten rijden, omdat zij een groot gevaar vormen.
C
Iedereen verdwijnt uit het zicht voor een trucker waardoor andere weggebruikers gevaar lopen.
D
Iedere weggebruiker zou een keer in de cabine van een vw of ba moeten zitten om te ervaren wat een trucker meemaakt.

Slide 7 - Quiz

TEKST 2

Slide 8 - Slide

Wat is het ow van de tekst?
A
fiets herontdekt
B
fietsplan grote steden
C
gratis tweewielers
D
stadsfietsenplan Rotterdam

Slide 9 - Quiz

Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding?
A
alinea 1
B
alinea 2
C
alinea 1+2
D
alinea 1, 2 en 3

Slide 10 - Quiz

Welke oorzaak geeft de tekst voor de 'bewegingsarmoede' (al.7) in R'dam?
A
Maar 52% voldoet aan de norm van gezond bewegen.
B
Straten werden breder dus meer ruimte voor auto's.
C
Leuke plekken liggen vrij ver van elkaar vandaan.
D
Dat er te weinig verdiend wordt met werk.

Slide 11 - Quiz

Wat wordt er in al. 7 opgesomd?
A
Redenen waarom het plan nu wel zou kunnen slagen.
B
de start van de Tour de France
C
dat de stad aan bewegingsarmoede leidt
D
Hoe R'dam de fiets heeft herontdekt.

Slide 12 - Quiz

Wat is het verband tussen de eerste zin van al. 10 en de rest van de alinea?
A
De rest is een gevolg bij de eerste zin.
B
De rest is een opsomming bij de eerste zin.
C
De rest is een tegenstelling bij de eerste zin.
D
De rest is een toelichting bij de eerste zin.

Slide 13 - Quiz

TEKST 3

Slide 14 - Slide

Aan welke signaalwoorden herken je de opsomming in al. 4?
A
ook, bovendien
B
ook, bovendien, terwijl
C
bovendien, terwijl, zo
D
Niet alleen, ook, bovendien

Slide 15 - Quiz

Noteer de opsomming uit al. 4

Slide 16 - Open question

Welke twee verbanden herken je in al. 5?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
voorbeeld

Slide 17 - Quiz

Wat heb je nu geleerd? Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 18 - Open question